DATE:

Friday, 21 October 2022

TIME:

19:00 – 21:30

LOCATION:

Costerstraat 20

ENTRY:

Free

Het Onderwijssysteem in Suriname

Onderwijs is een belangrijke factor voor het bepalen van het ontwikkelingsniveau van een land. De minister van onderwijs gaf onlangs in woorden van gelijke strekking aan dat minder dan 50% van onze bevolking het gewoon lager onderwijs zoals we dat gekend hebben heeft afgerond. Dit is uiteraard schrikbarend klein deel van de bevolking en vertraagt het ontwikkelingsproces van het land. In de afgelopen jaren heeft het Surinaams onderwijssysteem verschillende veranderingen en aanpassingen ondergaan. Deze veranderingen worden niet door een ieder toegejuicht, maar aan de andere kant worden ze ook niet door een ieder begrepen. Feit is dat onze kinderen en ook onze volwassenen recht hebben op kwalitatief onderwijs dat bij de tijd is en dat aansluit op de behoeften van de hedendaagse samenleving.

Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap & Cultuur (MinOWC) is verantwoordelijk voor het onderwijssysteem in Suriname. Het onderwijssysteem is in oktober 2021 door de overheid vernieuwd. Volgens het vernieuwingstraject is er geen verschil tussen het lager beroepsonderwijs (lbo) en het meer uitgebreid lager onderwijs (mulo). Beide onderwijsniveaus vallen voortaan onder het voortgezet onderwijs (vo) (Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, 2021).

Het basisonderwijs of primair onderwijs (po) in Suriname bestaat uit het 2-jarig kleuteronderwijs en de 6-jarige lagere school (leeftijdscategorie 6 tot 11 jaar). Dit is namelijk leerjaar 1 t/m 8 (Westenbroek, 2015). In het nieuwe systeem stroomt de leerling, door middel van een ‘voortgangsrapport’, door naar het voortgezet onderwijs, voorheen het voortgezet onderwijs voor junioren (voj) genoemd. Als gevolg van het nieuwe systeem is het lager beroepsonderwijs (lbo) en het meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) ondergebracht in het voortgezet onderwijs. Dit systeem is opgebouwd uit de onderbouw (leerjaar 9 en 10), middenbouw (leerjaar 11 en 12) en de bovenbouw (leerjaar 13 – 16). In het tiende leerjaar beschikken leerlingen over twee keuze studierichtingen:

1. de beroepenrichting of

2. de academische richting.

Onder de beroepenrichting vallen het NATIN, IMEAO, MBO-O en de nieuwe dienstverlenende sector VCS. Onder de academische richting vallen het VWO en HAVO (Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, 2021). Met het nieuw onderwijssysteem zullen er minder drop outs zijn volgens de minister van onderwijs. Het systeem sluit ook aan op het systeem dat andere landen in de regio hanteren en er kan zelf gesteld worden dat het kind betere kansen krijgt om te ontdekken waarin het goed is.

Maak kennis met onze jury!

Drs. Robert Peneux
Drs. Robert Peneux - Voormalig minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur -
Athlea Dijksteel
Athlea Dijksteel- Business Owner at Althea Dijksteel Administrator -

Onze moderator:

Matai Zamuël is een 17-jarige mensenrechtenactivist die al meer dan vijf jaar voor UNICEF Suriname werkt. De rechten van het kind op kwaliteitsvol onderwijs en een veilige leefomgeving zijn zijn speerpunten geweest tijdens het laatste lustrum met de Verenigde Naties.
Hij is ook SDG Voice en Council Member binnen de World Ocean Day Youth Advisory Council voor de periode 2021-2022, waarmee hij het jongste lid ooit en de eerste uit Suriname is. Matai treedt vaak op als jeugdpartner in projecten en trajecten van NGO’s en de Surinaamse overheid, omdat hij er volledig van overtuigd is dat zijn generatie een integraal onderdeel is van het oplossen van de klimaatcrises.

Matai Zamuël
Matai Zamuël- Environment activist -

10 Hoofdzaken die in acht genomen moeten worden bij een gezond debat:

1. Een debater moet neutraal zijn en wel in het volgende opzicht: ook al zijn debaters het niet met elkaar eens, ze moeten wel met respect voor elkaar van gedachten kunnen wisselen.

2. Ongeacht het verloop en de uitkomst van een debat moet de debater zich respectvol opstellen ten opzichte van zijn tegenstanders en eventueel het publiek.

3. In een debat gaat het om de boodschap, en niet om de boodschapper. Een goede debater richt zijn pijlen dus niet op de tegenstander, maar op de argumenten die zijn tegenstander naar voren brengt.

4. Een debater moet zich tot het uiterste inspannen om de argumenten van de tegenpartij op juistheid en geloofwaardigheid te testen. De gedachtegang is namelijk:

wat gezegd wordt, klopt niet, tenzij het volstrekt onweerlegbaar is.

5. Een debat is een sportieve gedachtewisseling waarbij de participanten gelijke kansen en gelijke spreektijden toebedeeld krijgen.

6. Debaters hebben het recht van hoor en wederhoor. Dat betekent dat ze tijdens het debat altijd de mogelijkheid krijgen hun eigen argumenten toe te lichten, aan te vullen, of te nuanceren.

7. In een debat gaat het niet slechts om standpunten en meningen. De stelling moet met argumenten onderbouwd worden.

8. Debaters hebben de verantwoordelijkheid om de kern van het debat steeds te zoeken en niet te ontwijken. Een debater moet hiertoe goed naar zijn tegenstander luisteren, en zijn / haar argumenten (waar mogelijk) weerleggen.

Dit project is een samenwerking tussen Young Professionals Cafe en Rotaract Club of F.R.E.S.H.

YPC Young Professionals Cafe logo
Rotaract Club F.R.E.S.H. logo

Registreer hier!